Kip piri piri (Kim Feenstra en Bénine Bijleveld)
- 4
- Benine Bijleveld
- Hoofdgerecht
- Kip, Ovengerechten
Ingrediënten
- 1 scharrelkip
- 1 el mosterd
- 150 ml tomatensaus
- 1 klein blikje tomatenpuree (70 g)
- ½ bosje peterselie
- 4 teentjes knoflook, gepeld
- 5 el olijfolie
- 2 uien, gepeld
- 5 grote tomaten
- 1 rode peper
- 2 el sherryazijn of rodewijnazijn
- 250 g champignons, gehalveerd
- 5 takjes koriander
Verder nodig
Bereidingswijze
- Snijd de kip over de lengte in tweeën met een scherp mes en leg daarna beide helften in een kom.
- Doe de mosterd, de tomatensaus, de tomatenpuree, een bosje peterselie, 1 teentje knoflook en een flinke scheut olijfolie in de keukenmachine of blender. Mix alle ingrediënten fijn en schenk dit mengsel over de kip, zodat alles bedekt is. Zet de kip in de ijskast met plasticfolie eroverheen en laat 1 uur marineren.
- Verwarm de oven voor op 180 °C. Ondertussen gaan we vast beginnen aan de piri piri saus. Verhit een grillpan op gemiddeld vuur met royaal olijfolie in de pan. Snijd de uien, tomaten, rode peper en 3 teentjes knoflook in grove stukken en doe ze in de pan. Laat ze ongeveer 8 minuten roosteren. Doe de groenten in de blender samen met de azijn. Voeg daarna peper en zout naar smaak toe en schenk in een kom. Zet deze voorlopig even weg.
- Doe de gemarineerde kiphelften in de grillpan en bak deze 5 minuten per helft. Doe vervolgens de kip in de ovenschotel en plaats deze 60 minuten in de oven (bij een grote kip wellicht iets langer). In de laatste 15 minuten is het lekker om de champignons aan de schotel toe te voegen!
- Haal de kip uit de oven, knip er nog een beetje koriander over en dien hem op met de piri piri. Serveer met basmatirijst of aardappelen en gebakken groente.
Kijk voor meer recepten op www.gezondaantafel.nl
Het recept voor deze kip piri piri komt uit het boek Food talk van actrice, fotomodel en fotografe Kim Feenstra en Bénine Bijleveld, receptontwikkelaar, foodfotografe en oprichtster van het platform benineskitchen.com.
Over dit recept schrijft Kim in het boek: “Kip eet ik heel graag. Gebakken kip, gebraden kip, geroosterde kip, gekookte kip, hete kip, koude kip, gesmoorde kip, gefrituurde kip. Je kunt ook zoveel met kip. Lekker makkelijk. Hoef je niet lang over na te denken. Het moet voor mij nooit te moeilijk zijn. Eten dan. Dat eet voor mij het lekkerst. Het moet wel sappige kip zijn, lekker mals. Niet van dat droge gedoe. Dat is net touw. En ook goed doorgebakken of gegaard. Sommige mensen eten kip als die nog een beetje roze is vanbinnen. Dat zie ik best wel vaak. Los van het feit dat je dan salmonella kan oplopen, vind ik het ook niet lekker. Dus dan hoef ik het niet. Mijn Molukse tante zei voor de grap altijd dat het een belanda kip (witte kip) moet zijn. En mijn neef had ook een belanda kip. Dat was zijn vriendin, maar ik weet nog steeds niet hoe ze dat bedoelde. Ik hou dus van kip. Zolang het maar een belanda is.”