Gezond aan tafel logo
In beweging naar een gezondere leefstijl
Salade met geroosterde perzik, pecannoten en prosciutto

Salade met geroosterde perzik, pecannoten en prosciutto

0 / 5. 0

Ingrediënten salade met geroosterde perzik

  • 60 ml balsamicoazijn
  • 55 g fijne kristalsuiker
  • 100 g rucola, verwelkte/vergeelde blaadjes en harde steeltjes verwijderd
  • 10 muntblaadjes, grof gescheurd
  • 70 g zeer verse geitenkaas (kwarkachtig)
  • 8 plakken prosciutto, in dunne reepjes gescheurd
  • 4 stevige maar rijpe gele perziken, in dunne partjes
  • 70 g geroosterde pecannoten

Bereidingswijze

  • Bereid een balsamicosiroop door de balsamicoazijn en suiker onder regelmatig roeren in een steelpan zachtjes te verwarmen tot de vloeistof voor de helft verdampt is en je ongeveer 65 ml siroop overhebt. Laat de siroop daarbij niet koken. Laat de siroop afkoelen voor gebruik; hij wordt dikker terwijl hij afkoelt.
  • Verdeel de rucola en munt over een groot bord. Schep er kleine toefjes geitenkaas op (ter grootte van een halve vingernagel) en leg de reepjes prosciutto erop.
  • Verhit een grillpan (of een koekenpan als je geen grillpan hebt) en gril de perzikpartjes tot ze zacht zijn en mooie grillstrepen hebben, of tot ze mooi goudbruin zijn.
  • Schik de partjes op de salade en sprenkel de balsamicosiroop erover. Bestrooi alles met de geroosterde pecannoten en serveer.

Het recept voor deze salade met geroosterde perzik, pecannoten en prosciutto komt uit het boek Fast, fresh and unbelievably delicious van voedingsjournalist, voedingscriticus, receptschrijver en televisiepersoonlijkheid (MasterChef Australia) Matt Preston.

Over dit recept schrijft hij: “Onze culinaire ziel wordt gevormd door dit soort momenten. Ik sta met mijn vriendin Catherine op een straathoek in een Noord-Spaanse stad. We giechelen als een stel malloten, of kinderen. We hebben net voor het eerst onze tanden in een paraguayo gezet. Deze platte perzik is zó sappig en honingzoet dat elke hap op een slok van een drankje lijkt. Het zachte, zoete, pastelgele vruchtvlees sprankelt in onze mond en het sap sijpelt over onze lippen, langs onze kin omlaag.

De bescheiden perzik heeft een flink aandeel in mijn mooiste en levendigste culinaire herinneringen. Ik zat eens in de schaduw van een stoffige stenen schuur naast een oude man die zo gerimpeld was als een rozijn. Zijn zoon kwam in de middaghitte terug met een krat vol perziken zo groot als babyhoofdjes. En ze huilden ook als baby’s; er druppelde dermate veel sap uit dat mijn vingers ervan gingen kleven als plakkerige vliegenvangers.

Of die keer dat ik een witte perzik plukte van een oude, kronkelige boom bij een fruitteler langs de rivier de Murray. Het was alsof ik mijn tanden in een zonnestraal zette die, in plaats van warm en goudkleurig, verrassend koel en boterzacht bleek. ‘Dit soort perziken kweekt bijna niemand meer,’ zei hij treurig.

Tja, hoe zit dat eigenlijk met die somber stemmende kant van perziken met hun onnatuurlijk stevige bite? Welnu, die zachte, oersappige exemplaren willen niet dagenlang reizen of in een schap liggen. Supermarkten kopen deze perziken dus niet in, want die mooie maar keiharde exemplaren laten zich veel beter verpakken en verschepen. Deze laatste zien er dan wel uit als de koningin van het bal, maar als je een beetje levenservaring hebt, weet je dat je het karakter van supermarktfruit niet op het uiterlijk kunt beoordelen. Wat er mooi uitziet, is vaak hard. Heb je zulke exemplaren, dan moet je die arme, harde donders eerst opwarmen om deze salade te kunnen maken.”

Zo ziet dit recept eruit in het boek

Inkijkexemplaar van