Pikant-zure tomatensoep met Thaise-basilicumolie en knapperige noedels

Zo maak je het

1. Maak eerst de Thaise-basilicumolie. Blancheer de blaadjes 5 seconden in een pan kokend water.
2. Laat ze uitlekken, leg ze in een kom ijswater, laat ze opnieuw uitlekken en knijp er het overtollige water uit.
3. Doe ze in een kom met de olie en draai ze met een staafmixer glad. Laat het mengsel 10 minuten trekken en werk het door een fijne zeef.
4. Maak dan de noedels.
5. Verhit de olie in een diepe pan met dikke bodem (niet meer dan halfvol) tot 180 °C – als je geen thermometer hebt, controleer je de temperatuur met een stukje brood dat je in de olie legt: het moet in 20 seconden goudbruin zijn.
6. Bedek een schaal met keukenpapier. Knip de noedels met een schaar in stukken en frituur ze in gedeelten tot ze opzwellen en knapperig worden – dat duurt een paar tellen.
7. Haal ze er met een schuimspaan uit en laat ze op keukenpaper goed uitlekken.
8. Doe de groentebouillon in een pan met het water en een mespunt zout en breng alles op niet te hoog vuur aan de kook.
9. Voeg de sjalot en tomaten toe en laat ze 20-30 minuten stoven; ze moeten zacht zijn. Doe er het citroengras, de knoflook, chilipepers, gember, kurkuma, limoenblaadjes en korianderwortel bij, breng ze aan de kook en laat nog 15 minuten meestoven, haal de pan van het vuur en laat de inhoud helemaal afkoelen.
10. Pureer alles met een staafmixer of keukenmachine, werk het door een zeef en gooi de vaste delen weg.
11. Doe de puree in een pan met het ananassap, de sojasaus en de suiker en breng het weer pruttelend aan de kook.
12. Giet er limoensap naar smaak bij. Besprenkel het gerecht met basilicumolie en bestrooi het met een hand knapperige noedels.