Gezond aan tafel logo
In beweging naar een gezondere leefstijl

0 / 5. 0

Waarom buikvet slechter is dan heupvet

We zien ‘het lichaamsvet’ vaak als één groot orgaan. Een gigantische massa vetcellen die vet opslaat en hormonen produceert. Maar eigenlijk klopt dit niet helemaal. Vet heeft namelijk andere functies, afhankelijk van waar het zich bevindt.

Appelfiguur vs. peerfiguur

De twee grootste hoeveelheden vet bevinden zich in de buik rondom de organen (‘buikvet’) en onder de huid (‘onderhuids vet’). Het is je vast opgevallen dat mensen nogal verschillen in de plek waar het meeste vet zich opstapelt. Hier zijn zelfs speciale namen voor bedacht. Wanneer je veel buikvet hebt, wordt dit ook wel een ‘appelfiguur’ genoemd en dit is het welbekende buikje bij mannen. Als iemand juist veel vet onder de huid rondom de billen, heupen en bovenbenen heeft, is er sprake van een ‘peerfiguur’ en dit zien we juist vaker bij vrouwen. Daarnaast bestaan er nog vele andere kleinere vethopen, zoals vet rondom het hart, de nieren en zelfs de bloedvaten.

Het verschil in verdeling van lichaamsvet (appel- versus peerfiguur) werd voor het eerst beschreven in 1956 door Jean Vague, een arts uit Marseille. Het was hem bovendien opgevallen dat mensen met meer buikvet een hoger risico op diabetes hebben dan mensen waarbij het vet juist meer rondom hun heupen en bovenbenen zit. Sterker nog, een aantal latere onderzoeken lijken erop te wijzen dat de aanwezigheid van veel vet rondom de heupen juist beschermt tegen diabetes! Dus: buikvet is slechter dan (onderhuids) heupvet. Maar waarom is dat zo?

Waarom buikvet slechter is dan heupvet

De vetcellen in het buikvet zitten tussen de organen verschanst. Hierdoor kunnen ze minder uitrekken en kan er minder vet in opgeslagen worden. Maar… dat zou dan toch juist gunstig moeten zijn? Helaas. Als vetcellen hun zogenaamde ‘maximale opslagcapaciteit’ hebben bereikt zal het overschot aan vetzuren dat via het bloed binnenkomt ergens anders opgeslagen moeten worden.

Het lichaam heeft niet zo’n geavanceerd systeem waardoor dit automatisch naar het onderhuids vet gesluisd zal worden. Dat zou ideaal zijn geweest. In plaats daarvan wordt het naar andere plekken vervoerd, zoals de spieren, de lever en rondom het hart. Extra vet is hier op zijn zachtst gezegd geen welkome gast. Het hoort daar namelijk helemaal niet.

De opslag van vet zal de functie van elk van deze organen verstoren. In een spier en in de lever zal het de suikerstofwisseling ontregelen. De lever en spieren worden dan minder gevoelig voor de effecten van insuline, het hormoon dat ervoor zorgt dat de suikerpoorten opengaan zodat suikers door de cellen worden opgenomen. We noemen deze ongevoeligheid voor insuline ‘insulineresistentie’. Het gevolg hiervan is dat de organen minder glucose uit het bloed opnemen. De bloedsuikerspiegels stijgen. Als dit lang duurt en de alvleesklier dit niet meer kan bolwerken door extra insuline af te geven, ontstaat uiteindelijk een situatie waarin de suikerspiegels in het bloed tot gevaarlijke hoogte stijgen. Dan is diabetes ontstaan. Extra vetopslag rondom het hart kan bovendien de pompfunctie van het hart ontregelen.

Meer weten over vet en vetverbranding?



VET belangrijk

Dit artikel is gebaseerd op dit boek

  • Inzicht in alle factoren die van invloed zijn op vet en (over)gewicht
  • De laatste wetenschappelijke inzichten: alle fabels en feiten omtrent ons lichaamsvet
  • Verhelderend en onderhoudend
Lees meer over dit boek ➔ Bestel dit boek ➔


VET belangrijk

Dit artikel is gebaseerd op dit boek

  • Inzicht in alle factoren die van invloed zijn op vet en (over)gewicht
  • De laatste wetenschappelijke inzichten: alle fabels en feiten omtrent ons lichaamsvet
  • Verhelderend en onderhoudend
Lees meer over dit boek ➔ Bestel dit boek ➔