Gezond aan tafel logo
In beweging naar een gezondere leefstijl

0 / 5. 0

Het cognitieve aandachtssyndroom: stop het piekeren

Velen van ons hebben de neiging om er een nachtje over te slapen in een poging de problemen in ons leven op te lossen. We geloven dat we met hulp van onze psychologische functies en denkprocessen, onze cognitie, de antwoorden eruit kunnen persen. Maar de beste strategie, wanneer we ons iets moeten herinneren en onze kennis moeten aanspreken, is meestal zo min mogelijk doen. Of de antwoorden duiken op enig moment vanzelf op of de vragen verdwijnen en raken in het vergeetboek omdat ze niet belangrijk waren. Hetzelfde is van toepassing wanneer we neerslachtig, verdrietig of gedeprimeerd zijn, ontdekten professoren Wells en Matthews bij een onderzoek naar de menselijke geest. Wanneer we al onze mentale krachten gebruiken om te piekeren, riskeren we dat we de sombere gedachten vasthouden en dat die onze stemming nog slechter maken. Het beste is daarom de gedachten te laten gaan. We moeten niet proberen ze weg te duwen, maar ze slechts passief observeren.

Door: Pia Callesen

Het cognitieve aandachtssyndroom (CAS)

Het is niet de hoeveelheid onaangename ervaringen en negatieve gedachten op zichzelf die tot een depressie leiden. Wells en Matthews vonden een aandachtssyndroom, dat ze The Cognitive Attentional Syndrom (CAS) noemden, in het Nederlands het cognitieve aandachtssyndroom, dat de primaire oorzaak van alle psychische klachten was, waaronder depressie.

Daarmee beantwoordden ze ook een eerdere vraag: Als de geest zichzelf geneest, waarom worden sommige mensen dan zo gedeprimeerd na een levenscrisis terwijl anderen dat niet worden? Het antwoord ligt in de hoeveelheid aandacht die we onze gedachten over problemen en levenscrises geven. We piekeren ons heel eenvoudig naar een depressie.

Vier strategieën die onze gedachten en gevoelens versterken

Het cognitieve aandachtssyndroom is niet een syndroom in de klassieke zin, omdat het niet bestaat uit een aantal symptomen, wat bij andere syndromen wel het geval is. In dit verband is het syndroom een verzamelnaam voor vier fundamentele strategieën of handelwijzen die in overmatige hoeveelheden onze gedachten en gevoelens versterken en een terugslag kunnen geven in de vorm van een depressie of andere psychische problemen.

De vier strategieën die ik hierna verder zal uitdiepen, zijn:

  1. Piekeren
  2. Zich zorgen maken
  3. Controlegedrag
  4. Ondoelmatige beheersing (bijvoorbeeld situaties vermijden of toevlucht zoeken in overmatig rusten, slapen, alcohol en dergelijke).

Ik wil vaststellen dat iedereen heel vanzelfsprekend en onontkoombaar sombere en negatieve gedachten heeft, waar je af en toe een tijdje over piekert of je zorgen over maakt. Dat is geen probleem. Pas wanneer we onze focus sterk en langdurig richten op negatieve en sombere gedachten, lopen we het risico dat we treurig worden en een depressie ontwikkelen.

Overmatig gebruik van een of meer van de vier strategieën

Een overeenkomst bij alle mensen met psychische problemen is dan ook een overmatig gebruik van een of meer van deze vier strategieën: veel uren per dag piekeren, je zorgen maken die je bewustzijn constant in beslag nemen, keer op keer kijken hoe je stemming is, of een neiging om de gedachten te verdoven met slaap, rust of bijvoorbeeld alcohol. Dit buitensporige focussen zien we, zoals gezegd, bij iedereen met een psychisch probleem, maar het komt verschillend tot uitdrukking van klacht tot klacht. Gedeprimeerde mensen piekeren doorgaans meer dan mensen met angst die zich op hun beurt meer zorgen maken.

Ingebouwde strategieën

Betekent dit dan dat het onze eigen schuld is als we een depressie ontwikkelen? Is het onze eigen schuld als we de neiging hebben ons zorgen te maken of vaak ergens over inzitten? Nee, natuurlijk niet. Niemand hoeft zich er schuldig over te voelen dat hij een psychisch probleem heeft. Niemand piekert zichzelf willens en wetens de put in.

We hebben allemaal onze eigen manier om met onze gedachten en gevoelens om te gaan. De meesten onder ons hebben ingebouwde strategieën uit de kindertijd en jeugd. Vereenvoudigd kunnen we zeggen dat we op twee manieren strategieën leren:

  1. We kopiëren het gedrag van onze ouders of andere mensen naar wie we opkijken of we doen wat deze mensen zeggen dat we moeten doen. Als we van onze ouders geleerd hebben dat het belangrijk is om goed na te denken voordat we, bijvoorbeeld, een partner kiezen of een opleiding, zullen enkelen van ons die boodschap zeer letterlijk nemen en daarom het meeste van de wakkere tijd gebruiken voor zware overdenkingen.
  2. We leren door de reacties van andere mensen op ons gedrag te observeren en proberen dan op die manier te bereiken wat wij wensen. Wanneer we, bijvoorbeeld, beloond werden omdat we op school erg analytisch waren, zullen we dat gedrag versterken.

Ondoelmatige strategieën vervangen door doelmatige

In de loop van ons leven kunnen we ook nieuwe strategieën aanleren, bijvoorbeeld via therapie. Met metacognitieve therapie krijgen we hulp bij het identificeren van onze ondoelmatige strategieën en leren we die te vervangen door doelmatige.

Ook de controle over je denkprocessen terugkrijgen en je weer goed voelen? In Leef meer, denk minder presenteert Pia Callesen een beproefde, baanbrekende methode om uit een dip te komen. Dit boek leidt je naar een beter leven doordat je leert hoe je de aandacht beheerst die je aan je gedachten besteedt.



Leef meer, denk minder

Dit artikel is gebaseerd op dit boek

  • Een zorgelozer leven
  • Radicale strategie om de controle over je denkprocessen terug te krijgen
  • Verplaats de focus, buiten jezelf, naar het leven zélf
Lees meer over dit boek ➔ Bestel dit boek ➔


Leef meer, denk minder

Dit artikel is gebaseerd op dit boek

  • Een zorgelozer leven
  • Radicale strategie om de controle over je denkprocessen terug te krijgen
  • Verplaats de focus, buiten jezelf, naar het leven zélf
Lees meer over dit boek ➔ Bestel dit boek ➔